Is Christus gedeeld? Nee, maar er zijn wel degelijk grenzen…

Na het schrijven van de vorige blog, moest ik vaak denken aan een gedeelte uit het boekje ‘Is Christus Gedeeld?’ van de Japanse schrijver Kokichi Kurosaki. (Ik raad u echt aan om dit boekje te kopen, zie link onderaan dit artikel). De vertaler, Evert van der Poll, noemt het ‘een juweel van een geschrift’.

citaten blz. 71, 72, 73, 76, 77, 78:

‘Als het waar is dat de ekklesia (gemeente van Jezus Christus) bestaat waar mensen gemeenschap hebben met God en met elkaar, in Christus, wat moeten we dan denken van al deze verschillende richtingen en kerkgenootschappen? Wat moeten we aan met alle belijdenissen, leerstellingen, interpretaties van de Bijbel, godsdienstige gebruiken, sacramenten en kerkordes?

We mogen leerstellige en ethische kwesties niet zonder meer uit de weg gaan. Maar let op: God heeft ons niet geschapen als willoze en redeloze machines. Mensen zijn geen eenheidsproducten. God heeft ieder mens geschapen met een eigen individualiteit, als een onafhankelijk wezen. Geen twee mensen zijn gelijk. Wij vergissen ons zeer, als we denken dat alle mensen volgens een zelfde patroon in elkaar zitten. Verscheidenheid hoort bij de mensheid, ook bij het huisgezin van God. De ekklesia is één lichaam, maar bestaat uit leden die elk voor zich een eigen persoonlijkheid zijn, een eigen karakter hebben, een eigen functie vervullen. Dat stemt overeen met de natuurlijke werkelijkheid. De biologie leert ons namelijk dat, hoe meer het leven zich heeft ontwikkeld, hoe ingewikkelder het in elkaar zit.

Sommige gelovigen beschikken over diepgaande theologische inzichten, andere zijn geboren evangelisten. De ene gelovige heeft deze gave, de andere die. En dan zijn er nog de verschillen in ras en taal, in scholing en sociale gewoonten.

Ieder van ons heeft zijn eigen bijzondere taak te vervullen. Maar de onderlinge verschillen mogen nooit een oorzaak van verdeeldheid worden. Hoe komt het toch dat we alleen maar kunnen denken in twee categorieën: eenvormigheid of verdeeldheid?

De verscheidenheid die wij als mensen tentoon spreiden, correspondeert met de veelkleurigheid van het Lichaam van Christus. Elk lid moet zijn eigenheid bewaren om daarmee de hele ekklesia te dienen. Op die manier draagt hij bij tot de volheid van Christus en de rijkdom van zijn Lichaam.

Het Lichaam heeft baat bij onze verschillen, althans zolang ieder nederig genoeg is om de waarde van anderen te erkennen. Waarom zouden we de onderlinge verschillen alleen maar negatief opvatten en op basis daarvan tal van afzonderlijke groepjes vormen? Dat is gevaarlijk. En het wordt wel heel erg bedenkelijk, als we met politieke of kerkrechtelijke middelen mensen in één spoor proberen te houden.

In plaats van iemand met andere inzichten te veroordelen, moeten we God danken voor wat Hij ons in die ander schenkt. Het is heel natuurlijk, of liever: heel vleselijk, om deze verschillen als een splijtzwam te laten werken, maar christenen behoren niet wereldgelijkvormig te zijn. Afkeer van mensen die anders zijn, is in wezen een vorm van hoogmoed. Heb respect voor de onderlinge verschillen. Heb elkaar lief. De veelkleurigheid onder de christenen doet het Lichaam van Christus in wezen alleen maar goed.

Waar de waarde van de diversiteit niet wordt gezien, ontstaan groeperingen die zich van elkaar afschermen. In plaats van de ander te waarderen om zijn bijdrage, en daar ons voordeel mee te doen, maken we van verschilpunten geschilpunten. In plaats van Christus centraal te stellen, stellen we dan onze eigen versie van het christendom centraal. Het gevolg? Wat God als een zegen voor het Lichaam heeft bedoeld, wordt dan tot een vloek. De natuurlijke verschillen drijven de gelovigen uit elkaar.

Overal op de wereld zien we hoe mensen om dergelijke redenen uit hun geloofsgemeenschap worden verwijderd! Christenen durven medechristenen, die ook deel hebben aan het leven van Christus, te veroordelen en te verafschuwen, omdat zij anders denken over bepaalde dingen, omdat zij andere gebruiken in acht nemen. Deze liefdeloosheid is ten hemel schreiend: een zonde in Gods ogen.

Hoe kunnen we voorbijgaan aan Paulus’ woorden: “Ik vermaan u te wandelen waardig de roeping, waarmee gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkaar in liefde te verdragen, en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes” (Efeziërs 4:1-3).

De enige basis voor verdeeldheid

Mogen we dan helemaal geen grenzen meer stellen in de Gemeente van Christus? Natuurlijk, er zijn bepaalde grenzen, maar het is zaak om er op Bijbelse wijze mee om te gaan. In de Schrift lezen we dat het begaan van grove zonde een grond is om iemand van de gemeenschap in de ekklesia uit te sluiten: overspel, geldzucht, afgoderij, laster, dronkenschap of roof. Volgens Paulus moeten de gelovigen niet langer met zo iemand omgaan. Als de persoon in kwestie zich niet laat gezeggen, dan moet men hem of haar als een ongelovige beschouwen (Mattheüs 18:15-17).

Dit is geen scheiding tussen christenen, maar het uitsluiten van personen die in feite geen christen zijn, ook al belijden zij misschien met de mond van wel. Toestaan dat de leden van het Lichaam van Christus zich mengen met dergelijke overtreders, is net zo ontoelaatbaar als het laten voortwoekeren van een kwaadaardig gezwel in het menselijk lichaam. Op den duur raakt het hele lichaam aangetast.

Christenen verschillen onderling in gedrag en opvatting. Die variatie weerspiegelt de veelkleurigheid van het Lichaam van Christus. Iets anders is het, als christenen het gebod van God overtreden of een leer aanhangen waarin Christus wordt geloochend. Dan gaan zij de grens van de verscheidenheid te buiten. Dan tasten zij het Lichaam van Christus aan en richten het te gronde. Het jammerlijke feit doet zich echter voor dat christenen vaker worden afgewezen om daden en eigenschappen die tot de veelkleurigheid van de ekklesia bijdragen, dan om immoraliteit of het brengen van een valse leer. Wie volhardt in zijn immorele gedrag, of blijft bij zijn loochening van Christus, moet worden afgewezen en verstoten. Maar de gelovige die gewoon een andere kijk heeft op het christelijke geloof dan de overige leden van zijn groep, zonder Christus te verloochenen en zonder Gods gebod te overtreden, moet men beschouwen als een verrijking van de gemeenschap.

Het betekent natuurlijk niet dat men alle dogmatische verschillen maar op voorhand moet accepteren. Paulus’ boodschap luidde: “Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften, en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven” (1 Korintiërs 15:3-5).

Kokichi Kurosaki – Wikipedia (1886-1970)

Boek te bestellen bij: Kerk – Kokichi Kurosaki | Uitgeverij Gideon (gideonboeken.nl)

Updates ontvangen
Loading
Categorieën
Boek