vervolg: ‘Geheimenis, het grote Babylon’ Openbaring 17:3
“En in de geest bracht hij mij weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien horens.”
Hier maken we kennis met een ander cruciaal personage in dit onheilige drama – een scharlakenrood beest… vol van godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens.
Dit is exact hetzelfde beest dat wordt beschreven in Openbaring 13, waarvan bijna algemeen wordt aangenomen dat het een beschrijving van de antichrist is.
“En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren 10 diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam“ (Openbaring 13:1).
Het is belangrijk om de basissymboliek in ons huidige vers (Op. 17:3) te begrijpen; de vrouw (‘de grote stad’) zit op ‘het beest met zeven koppen en tien horens’ (de antichrist).
Dit betekent niet dat zij (de vrouw=de grote stad) op enigerlei wijze de antichrist onder controle heeft! We weten dit omdat later, in Op. 17:16, de antichrist zich tegen haar keert en haar zal vernietigen.
Ze gelooft echter dat ze een ware echtgenoot en haar koning in het beest heeft gevonden.
“Want in haar hart zegt zij: Ik zit als een koningin en ben geen weduwe en ik zal zeker geen rouw zien” (Openbaring 18:7b).
Helaas vergist ze zich en zal ze volledig worden vernietigd door degene die ze haar koning en haar echtgenoot noemt.
“Vol van godslasterlijke namen” zijn, is een belangrijke beschrijving van de antichrist. Dat hij godslasterlijke dingen zegt, wordt in meerdere verzen weergegeven (Op. 13:1-6; Dan. 7:8, 20, 25; Dan. 11:36; 2 Thess. 2:4).
Hieronder een paar voorbeelden van die godslastering:
36″Die koning zal handelen naar eigen goeddunken. Hij zal zich verheffen en zich groot maken boven elke god. Hij zal tegen de God der goden wonderlijke dingen spreken. Hij zal voorspoedig zijn tot de gramschap voltrokken is. Want wat vast besloten is, zal gebeuren. 37 En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, en ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken“ (Daniël 11:36-37).
En:
“…de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet” (2 Thess. 2:4).
Zeven koppen en tien horens.
We zullen dieper ingaan op de betekenis van de ‘zeven koppen en tien horens’ wanneer we de verzen 9 en 10 bespreken, maar ik geloof dat ze spreken over verschillende gebeurtenissen in de geschiedenis waarin de geest van de antichrist zich heeft gemanifesteerd in de vorm van menselijke koningen.
Zoals we zullen zien, zegt Johannes over deze ‘zeven koppen’:
“Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn er gevallen, een is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven” (Openbaring 17:10).
Eén van de koppen – ik denk de zevende, die volgens Johannes nog moet komen – zal de antichrist zijn die een dodelijke wond zal krijgen en toch weer zal leven.
In Openbaring 13 zegt Johannes over het zevenkoppige beest het volgende:
“En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna” (Openbaring 13:3).
Het beest waar ‘Geheimenis, het grote Babylon’ op zit, is de geest van de antichrist die zich in de tijd van het schrijven van het boek Openbaring al zes keer in de geschiedenis had gemanifesteerd in de vorm van koningen, maar één van hen, de zevende en laatste, moet nog komen. In Openbaring 13 wordt ons verteld dat één van deze koppen (waarvan ik geloof dat hij nog moet komen, om redenen die ik later zal uitleggen) dodelijk gewond zal raken en weer tot leven zal komen.
Dit is het beest dat ‘Geheimenis, het grote Babylon’ aanbidt in plaats van de ware God.
Wordt vervolgd…
Uit: ‘Mystery Babylon’ door Chris White